Omgaan met de hitte van Tokio

Met een klimaatkamer, een speciaal ontwikkeld koelvest met pet, uitgekiende drankjes, een ijsbad en een persoonlijk hitteprotocol gaan de topzeilers van TeamAllianz de omstandigheden in Japan te lijf. Het Sailing Innovation Centre werkte hiervoor samen met diverse partijen. Deze aanpak is via NOC*NSF ook over de andere Olympische sporters uitgerold.

Met PowerTracks kunnen zeilers of coaches hun strategie en tactiek in de

‘Thermo Tokyo; Beat the Heat’, zo is dit project gedoopt door wetenschappers van Radboudumc onder leiding van Thijs Eijsvogels. Het is een mooi voorbeeld van de werkwijze van het Sailing Innovation Centre (SIC). Telkens evalueren alle betrokken partijen – sporters, coaches, experts van kennisinstellingen en bedrijven – samen na afloop van de Olympische Spelen de innovatieprojecten. En ze kijken vooruit naar de volgende Spelen om te komen tot een nieuwe innovatie-agenda.

Pil met sensor

Op deze manier kreeg het thema hitte een hoge prioriteit op weg naar Tokio, want daar kan het in de zomer zo’n 35 graden worden, bij een luchtvochtigheid tot wel negentig procent. Experts van Radboudumc, VU Amsterdam en TU Delft bogen zich over diverse aspecten en ook gespecialiseerde bedrijven droegen hun steentje bij. Zo leverde MyTemp de speciale pil met sensor die de sporters ‘s ochtends inslikken en die de kerntemperatuur in het lichaam meet, tot hij wordt uitgescheiden. Het bedrijf Inuteq ontwikkelde een koelvest, IZI Bodycooling zorgde voor een verkoelende pet.

Ook hebben de zeilers intensief getraind in een speciale klimaatkamer in Scheveningen en is voor iedere sporter een persoonlijk hitteprotocol opgesteld – vóór, tussen en na de wedstrijden – dat het gebruik van het koelvest, het drinken van ijsslurrie en een ijsbad omschrijft. De aanpak is succesvol en is via NOC*NSF uitgerold naar de andere Olympische sporters.

↓